November/December 2020
Geen vrees om jaren '30-woning te verduurzamen
Woon Duurzaam zoekt oplossingen op maat
Veel bedrijven en initiatieven ontstaan als een reactie op een behoefte, probleem of ongewenste situatie. Bij de oprichting van woningverduurzamer Woon Duurzaam putte oprichter Rense van Dijk uit zijn eigen frustratie bij de moeizame zoektocht naar een duurzame verwarmingsoplossing voor zijn eigen woning uit 1938. Zijn bedrijf kiest daarom voor een integrale verduurzamingsaanpak van woningen. Daarbij schuwt hij het aanpakken van vooroorlogse woningen zeker niet.
‘Ik werkte al best lang met veel passie in de energiesector en was overtuigd van de noodzaak van de energietransitie’, haalt Woon Duurzaam-oprichter Rense van Dijk de situatie terug die uiteindelijk zou leiden tot de oprichting van zijn bedrijf. ‘Toen ik mijn cv-ketel moest vervangen, stond het voor mij vast dat ik geen nieuwe cv-ketel zou kopen, maar voor een duurzaam alternatief zou gaan. Ik ging op zoek naar een partij die mij hierbij kon helpen, maar die zoektocht leverde vooral frustraties op. Bedrijven belden mij niet terug of vertelden me dat ze mij niet konden helpen. Toen ik op het punt stond om het op te geven en een nieuwe cv-ketel te kopen, kwam opeens de gedachte bij mij naar boven: als ík hier al last van heb, hoeveel anderen zouden dan ditzelfde probleem ervaren?’ Daarom ben ik marktonderzoek gaan doen en dat mondde uit in de oprichting van Woon Duurzaam.’
Geen schrik voor complexe wensen
Waar Van Dijk bij zijn zoektocht naar verduurzaming van zijn eigen woning meerdere keren hoorde dat het niet kon, focust zijn bedrijf zich vooral op wat er wél kan qua woningverduurzaming. Yuri Pelser, coördinator partners en techniek bij Woon Duurzaam licht de aanpak van het bedrijf toe. ‘Veel aanbieders kijken niet verder dan de bestaande verduurzamingsoplossingen; wij zoeken bij een probleem naar oplossingen. Als die er op dit moment nog niet zijn, zoeken we door in plaats van een halfbakken oplossing aan te bieden. We zijn een partij die een integrale aanpak aanbiedt bij de verduurzaming van een woning.’ Van Dijk vult aan: ‘We pakken steeds één woning op die we in zijn geheel duurzamer maken, terwijl de klant er gewoon woont. Dat vraagt om een klantgerichtheid en achterliggende organisatie die je nog niet zoveel tegenkomt in de markt en waarmee wij ons onderscheiden.’ Pelser: ‘Het proces begint bij ons met de behoefte van de bewoner; wat wil hij of zij? Vervolgens kijken we naar de mogelijkheden en zoeken naar een passende oplossing voor die specifieke woonsituatie. Flexibiliteit staat daarbij hoog in het vaandel. En we schrikken niet voor complexe, specifieke wensen van de klant en bieden ook daarvoor oplossingen op maat. Wanneer de klant bijvoorbeeld aangeeft de duurzame installaties via een huurconcept te willen gebruiken, dan kijken wij wat we daarin kunnen aanbieden.’
Focus op particulieren
Van Dijk geeft aan dat zijn onderneming zich vooral richt op particulieren. ‘Particuliere woningeigenaren lopen tegen dezelfde zaken aan als ik destijds. We doen het voor die woningbezitter die gek wordt van alle obstakels bij zijn wens voor verduurzaming. We bieden hem of haar inzicht in wat er mogelijk is en begeleiden het proces.’ Van Dijk denkt dat deze aanpak ook interessant is voor woningcorporaties, maar die zijn volgens hem vaak nog erg voorzichtig als het om woningverduurzaming gaat. ‘Ze durven onze integrale aanpak, waarbij we direct de hele woning aanpakken, vaak niet aan. In de tijd dat de woningbouwverenigingen langzaam ‘opschalen’ qua duurzame maatregelen, kunnen wij alvast losse woningen van particulieren verduurzamen.’
Uitvoering
Pelser: ‘Op het moment dat de klant en wij elkaar vinden in een verduurzamingsplan start de uitvoeringsfase. Om deze efficiënt te laten verlopen, creëren we een team dat het project zelfstandig uitvoert. We werken daarbij ook samen met kleine installatiebedrijven en zzp’ers. Als het nodig is voegen we een elektricien en een timmerman aan het team toe. Wij informeren de klant en zorgen dat de installateurs en andere teamleden hun tijd zoveel mogelijk kunnen besteden aan de uitvoering van de werkzaamheden. Ook op logistiek vlak hebben we een vaste partner die zorgt dat de juiste spullen op tijd op de juiste locatie staan. De achterliggende gedachte is dat alle partners in het uitvoerende team zich moet kunnen focussen op hun kernactiviteiten. Dat komt de kwaliteit van de verduurzaming ten goede.’
Jaren ’30-woningen
Sinds de oprichting heeft Woon Duurzaam al verschillende woningen verduurzaamd die in de jaren ’30 zijn gebouwd. ‘Ja, dat kan’, zegt Van Dijk. ‘Veel bedrijven schetsen een beeld dat verduurzaming van vooroorlogse woningen financieel niet is terug te verdienen. Dat is onjuist. Het zijn vaak heel degelijke woningen, die met beperkte maatregelen gasloos te maken zijn.’ Hoewel Woon Duurzaam per woning naar de beste oplossing zoekt, is er volgens Van Dijk een aantal maatregelen dat het bedrijf bij de meeste projecten toepast. ‘Bij eengezinswoningen vormt de warmtepomp vrijwel altijd de kern van het pakket dat we aanbieden. Een basisniveau van isolatie is ook altijd een minimum om een woning van het gas te halen. Als er nog geen sprake van is, zullen we altijd muur- en dakisolatie toepassen. Verder nemen we vrijwel in alle gevallen HR++-glas op in het verduurzamingsplan en installeren we een enkele keer ook een laadpaal voor de auto.’
Hoe verduurzaam ik mijn jaren ’30 woning?
Een van de eerste woningen die Woon Duurzaam aanpakte, was het hoekhuis uit 1938 van oprichter Rense van Dijk. ‘Toen ik met mijn gezin naar die woning verhuisde, hadden we een energierekening van ongeveer 350 euro per maand. Het was een tochtig en koud huis’, beschrijft Van Dijk de beginsituatie. Voor het traject van start ging, formuleerde hij samen met zijn gezin een aantal voorwaarden voor de maatregelen: ‘We wilden de bovenverdieping kunnen koelen en niet inleveren op comfort.’ In een eerder stadium had Van Dijk de kieren al gedicht en de spouwmuur geïsoleerd. Die maatregel leverde een flinke comfortverbetering op en de energiekosten daalden naar 175 euro. Omdat er al dakisolatie was toegepast en bijna alle ramen HR++-glas hadden, was er qua isolatie niet veel winst meer mogelijk. De eerste maatregel van het verduurzamingsproject was daarom de vervanging van de bestaande radiatoren door lagetemperatuur-radiatoren van Jaga. Die maakten het ook mogelijk de cv-ketel te vervangen door een lucht-waterwarmtepomp met een boilervat van 300 liter. ‘Vanwege de omvang was het even puzzelen waar we die kwijt konden, maar uiteindelijk vonden we een plekje in een oud douchehok in de woning. De plaatsing van een lucht-luchtwarmtepomp op de bovenverdieping met een buitenunit op de dakkapel zorgde ervoor dat we daar zowel kunnen verwarmen als koelen. In de badkamer op de eerste verdieping hingen we infraroodpanelen die snel warmte kunnen leveren als dat nodig is. Tien zonnepanelen op het dak van de woning wekken een deel van de energie op die de installaties binnen gebruiken. Bij de plaatsing van de pv-panelen is al rekening gehouden met de opslag van energie via het slimme Home Energy System.’ Van Dijk is tevreden met het eindresultaat: ‘Mijn maandelijkse energierekening ligt onder de 50 euro en mijn woning is van het gas af. Ik heb nog geen energielabel aangevraagd, maar ik durf wel te stellen dat we het oude G-label hebben opgekrikt naar A.’
‘Dat verduurzaming van vooroorlogse woningen financieel niet terug is te verdienen, is onjuist’
Betaalbaarheid
Bij het verduurzamen van oudere woningen komt al snel de vraag: hoe financier je dat? Van Dijk: ‘Voordeel, als je het zo mag noemen, is dat deze woningen een hoge energierekening hebben door warmteverliezen. De energiebesparing die je kunt halen bij een ingreep is dus erg hoog. Daar staat inderdaad tegenover dat je daarvoor eerst een flinke investering moet doen. Voor klanten die dit geld niet op de plank hebben liggen, zijn er echter goede faciliteiten om geld voor de woningverduurzaming te lenen. Dat kan bij banken, maar ook bij het Warmtefonds, dat leningen voor woningverduurzaming verstrekt tegen relatief lage rentes. Woningeigenaren die voor de woningverduurzaming een lening afsluiten bij het Warmtefonds komen vaak lager uit in hun nieuwe maandlasten, omdat de energierekening fors lager is.’
Randvoorwaarden
Volgens Pelser denken nog veel woningeigenaren én marktpartijen dat de verduurzaming van vooroorlogse woningen niet rendabel te maken is. ‘Wat zou helpen om dit beeld uit de wereld te krijgen, is als meer organisaties en de overheid aangeven dat het wél kan. Verder is het belangrijk dat partijen die verduurzamingsmaatregelen uitvoeren het ook allemaal goed doen. Wanneer een televisieprogramma als Radar slechte voorbeelden van woningverduurzaming laat zien, schaadt dit het imago van alle aanbieders. De bereidheid van de consument om in te stappen bij woningverduurzaming is nu de grootste bottleneck; die is namelijk nog gering. Er is veel onbekendheid en wantrouwen bij het overgrote deel van de huizenbezitters. Lever dus kwaliteit. Positieve ervaringen versterken het vertrouwen in de sector van woningverduurzaming.’
Tekst: Leo Hoekstra
Fotografie: Woon Duurzaam